‘Ongeoormerkt en in vertrouwen geven aan goede doelen’

Jonne Arnoldussen (Postcode Loterij / VriendenLoterij) over het belang van toezicht

Hoe past intern toezicht op goede doelen in de funding philosophy van de Nationale Postcode Loterij, een van de grootste donateurs van de goede doelen in Nederland? Met die vraag zijn we deze keer op pad gestuurd. Onze gesprekspartner is managing director Jonne Arnoldussen. ‘We zijn knetter commercieel, maar wel non-profit.’

We treffen Arnoldussen in de Amsterdamse Beethovenstraat. Hij houdt kantoor in een toegankelijk gebouw met buitenbeplanting, transparante glazen panelen en een naar buiten overhuivend dak, samengesteld uit open gevouwen aluminium bladeren gestut door stalen kolommen. Dit pand, een ontwerp van Benthem Crouwel en eind 2018 opgeleverd, is energie- en waterneutraal. De elektriciteit wordt deels opgewekt door ‘power windows’ en zonnepanelen. 

Arnoldussen (1983) studeerde economie in Amsterdam. Hij wilde op zoveel mogelijk plaatsen ervaring op doen: bedrijfsleven, politiek en uiteindelijk de loterijbranche. In 2018 werd hij hoofd Public Affairs, in 2021 maakte hij de overstap naar de afdeling Goede Doelen. Als managing director Goede Doelen Loterijen is hij sinds 2022 verantwoordelijk voor de afdelingen Public Affairs, Goede Doelen, Risk Management & Legal, Financiën en HR. 

Wat is de funding philosophy van de Postcode Loterij?

Ik kan deze filosofie in een paar woorden samenvatten, zegt hij: ‘ongeoormerkt en in vertrouwen geven aan goede doelen in de wetenschap dat die zelf het meeste verstand hebben van hun onderwerp. Daarbij vinden wij ITGD een belangrijke partij omdat we vanuit onze funding filosofie hechten aan een stevige governance met goed intern toezicht. Dat is van groot belang. Ik zie ook voor de Postcode Loterij een rol in de versteviging van intern toezicht.’

U steunt een breed spectrum aan goede doelen?

‘Inderdaad. Laat duizend bloemen bloeien. We vinden een sterk maatschappelijk middenveld belangrijk om de democratie te laden. De organisaties hebben ieder hun eigen focus en achterban: van armoedebestrijding tot aan mensenrechten en natuurbescherming. Kortom: voor elk wat wils. Van meer conformistische goede doelen tot de wat meer activistische goede doelen.’

‘Voorafgaand en tijdens onze financiële steun maken we een zorgvuldige afweging waarbij we bekijken of de organisatie past bij onze missie en genoeg draagvlak heeft. De Postcode Loterij verwerft haar middelen immers onder het publiek, de mensen die meespelen aan de loterij.’

‘Voorbeelden? Vanuit de Postcode Loterij gaat er jaarlijks een ongeoormerkte bijdrage van € 10 miljoen en vanuit de VriendenLoterij nog eens ruim € 5 mln naar het Vfonds, het Nationaal Fonds voor Vrede, Veiligheid en Veteranen. Maar we steunen ook goede doelen als Amnesty International, Greenpeace of Free Press Unlimited met een jaarlijkse bijdrage.’  

Hoe het intern toezicht te verstevigen?

‘Het is niet de bedoeling om goede doelen op te zadelen met nog meer regelgeving en bureaucratie. Integendeel: we proberen zoveel mogelijk aan te haken bij dat wat qua governance aanwezig is. De Postcode Loterij toetst de gang van zaken bij goede doelen die ze begunstigen tijdens vaak vijfjaarlijkse evaluaties. De uitkomst van zo’n evaluatie wordt voorgelegd aan het bestuur van de overkoepelende Postcode Lottery Group en aan de Toekenningen Raad.’

Wat als het mis gaat?

‘We hebben bij de Postcode Loterij 147 meerjarige partners en nog eens 64 bij de VriendenLoterij. In het ergste geval kunnen we besluiten te stoppen met het partnerschap. Dat doen we bij voorkeur op een nette manier zodat enige tijd resteert. Maar als het moet kan het snel. We handelen immers met geld ingebracht door onze deelnemers die loten kopen. Zonder hen zouden wij niet bestaan. We voelen ons schatplichtig aan hen.’

‘Eens in de zoveel tijd speelt er ergens wel iets. Denk aan de continuïteit van een organisatie die in gevaar komt. Bijvoorbeeld doordat de reputatie van het goede doel onder druk staat. In dergelijke gevallen treden we in overleg met de betreffende organisatie, zowel uit de goede-doelensector als uit de culturele sector. Door het jaar heen hebben we sowieso regelmatig contact met onze partners en worden wij geïnformeerd over de voortgang van projecten en ontwikkelingen binnen de organisatie.’

Verbeterpunten

Het gesprek komt op een recent onderzoek over intern toezicht dat ITGD liet uitvoeren door specialisten van de Universiteit Leiden en de Haagse Hogeschool. Toezicht houden op goede doelen mag immers niet blijven steken tussen taoïsme en laissez faire. Er is behoefte aan daadkracht en besluitvaardigheid. Dit onderzoek resulteerde in een degelijk rapport met bevindingen, kernpunten, aanbevelingen en verbeterpunten. Sommige van die verbeterpunten ogen herkenbaar. Toezichthouden blijft immers mensenwerk.

Beperkte tijdsbesteding door RvT-leden roept vragen op over de diepgang van het toezicht en de toegevoegde waarde ervan voor de organisatie in kwestie. Statische bestuursstructuren (omvang, samenstelling en organisatorische inrichting van RvT’s) – ook een verbeterpunt – lijken zelden te worden heroverwogen, wat het risico vergroot dat ze niet meer aansluiten bij de behoefte van de organisatie in de huidige economische en maatschappelijke context.

Herkent u deze punten?

Arnoldussen: ‘Absoluut. Wij maken ons – simpel gezegd – wel eens zorgen dat goede doelen makkelijk stevige toezichthouders kunnen vinden omdat aan zo’n goed doel gekoppeld is dat ze in hun vrijetijd echt iets kunnen betekenen. Het zijn vaak mensen met drukke banen in het bedrijfsleven. Je ziet dan hun worsteling met tijdgebrek. Waar we als grote donateur bang voor zijn is dat ze – gegeven die tijdsdruk – te veel kiezen voor zekerheid.’

Met als gevolg?

‘Wat we wel eens denken te zien gebeuren – let wel: we zijn er zelf niet bij, kennen niet alle afwegingen – is dat er in potentie meer moed en ondernemerschap bij zo’n goed doel betracht zou kunnen worden. Echter de RvT gaat er dan voorliggen en zegt al snel: doen we nog niet. Wij stimuleren juist ondernemerschap. Sterker: we voelen ons verplicht dat aan te jagen. Daarvan getuigen de zogeheten droomfondsen, zoals het natuurgebied Marker Wadden.’

Dus?

‘We gaan bij het toekennen van donaties niet over één nacht ijs. Natuurlijk, het kan misgaan en dan weten we dat. Gelukkig hebben we ook mooie voorbeelden van fondsen waarbij het eerst misging en waarbij wij toch vanuit onze funding philosophy besloten het geld niet terug te trekken. Ze hadden namelijk nog een andere manier bedacht om hun doelen te halen. We zien regelmatig dat het langs zo’n alternatieve route alsnog is gelukt.’

Welke boodschap moet in dit vraaggesprek resoneren?

‘Mag ik het zo formuleren: Beste intern toezichthouder, besteed je tijd en je netwerk ten volle voor het goede doel. Doe niet heel veel goede doelen naast elkaar. Kies naast je drukke baan liever voor één club. En steun de directeuren van de goede doelen die hun nek willen uitsteken en een stap willen maken. Geef creatieve vuurkracht volop ruimte.’


KADER

Over goede-doelenloterijen

Goede-doelenloterijen hebben in Nederland een andere vergunning dan de Staatsloterij. De zogeheten monopolievergunningen zijn in handen van de Nederlandse Loterij (Staatsloterij en Lotto). Wie in Nederland een loterij begint, heeft geen winstoogmerk en dient minimaal 40% van de opbrengst af te dragen. Echter: de Staatsloterij draagt slechts 15% af aan het algemeen nut en de Lotto 18%. Daarmee heeft Nederland een van de minst afdragende staatsloterijen.

De Nationale Postcode Loterij is –  net als de VriendenLoterij –  onderdeel van de Postcode Lottery Group. De aandelen van deze Groep zijn volledig in handen van een stichting, waardoor alle opbrengsten ten goede komen aan ‘een betere wereld’. De Postcode Lottery Group, de grootste fondsenwervende donateur ter wereld, introduceerde haar format reeds in vijf Europese landen met als doel: zo veel mogelijk geld ophalen voor goede doelen.

Het bestuur van de Postcode Lottery Group beslist uiteindelijk over de toekenning van donaties voor goede doelen. Elke maatschappelijke organisatie die voldoet aan de criteria kan een aanvraag indienen. De criteria zijn stevig. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage van de Postcode Loterij moet een organisatie minimaal € 800.00 per jaar vergaren uit eigen fondsenwerving. Organisaties moeten dus een zekere mate van professionaliteit hebben en een bijpassende schaalgrootte.

Checks and balances

Arnoldussen: ‘Eerst maken onze experts op basis van de criteria een selectie, daarna wordt dit voorgelegd aan de onafhankelijke Toekenningen Raad. Circa 80% van de donaties gaat naar meerjarige bijdragen aan meerjarige partners. Daarnaast zijn er verdeelfondsen zoals het Oranje Fonds of Stichting DOEN. Deze fondsen beslissen eigenstandig hoe het geld van loterijdeelnemers via hen terechtkomt in de haarvaten van de samenleving.’

In de goede-doelensector is samenwerken een noodzakelijke voorwaarde. De Postcode Loterij onderhoudt een goede werkrelatie met partijen als het CBF, de FIN, Goede Doelen Nederland, ITGD en de Rijkscoördinator filantropie bij het ministerie van Justitie & Veiligheid. Met de FIN en GDN is er regelmatig afstemming in de lobby – ten behoeve van gelden, fondsenwerving – voor het maatschappelijk middenveld.

De Nationale Postcode Loterij heeft sinds de oprichting in 1989 al € 8,4 miljard weggeschonken aan goede doelen. In 2024 was sprake van een (vrij besteedbaar) bedrag van € 363 miljoen voor 166 goede doelen. In 2025 hoopt de Postcode Lottery Group een recordbedrag van € 1 miljard bijeen te brengen voor goede doelen. Iets meer dan de helft daarvan komt uit Nederland. Dankzij de ruim 3 miljoen deelnemers die tegelijk kans maken op prijzen.

De meeste deelnemers spelen om kans te maken op het felbegeerde miljoen. Wie niet wint, weet dat minimaal 40% van elk lot naar goede doelen gaat; nog eens 40% is prijzengeld en de resterende 20% zijn kosten. Over prijzen boven € 450 wordt kansspelbelasting geheven. Daarom zijn er ook prijzen in natura – in kind – zoals van Seepje, was- en afwasmiddelen.

Kansspelbelasting

Een tegenvaller is het feit dat het tarief van de Kansspelbelasting met ingang van 1 januari 2025 verhoogd is van 30,5% naar 34,2% en vanaf 1 januari 2026 zelfs 37,8%. De opbrengst daarvan  –  jaarlijks naar schatting € 202 mln – wordt opgehaald ter verbetering van de overheidsfinanciën. Door deze maatregel gaat jaarlijks minder geld naar goede doelen dan zonder die maatregel. Het wrange is dat de loterijen in dit verband over één kam worden geschoren met de casino’s, die wel een winstoogmerk hebben.

Vorige
Vorige

Navigeren door complexe uitdagingen

Volgende
Volgende

Toezicht op de inzet van Conversational AI