Goed toezicht, hogere maatschappelijke waarde

Recent verscheen het advies Toezicht in de culturele sector: een kunst apart (Raad voor Cultuur, 2025). Een interessant rapport waarvan de lessen vertaald kunnen worden naar aandachtspunten voor de filantropische sector en daar gaan we graag op in.

Centraal in het advies staat dat toezicht in de culturele sector niet alleen draait om regels en procedures, maar vooral om gedrag, cultuur en bewust toezicht. (Raad voor Cultuur) Voor toezichthouders in de filantropische sector is dit een relevant vertrekpunt: ook hier gaat het om organisaties met een maatschappelijke opdracht, vaak met toe­nemende verwachtingen van transparantie, maatschappelijke effectiviteit en integriteit.

In dit artikel gaan we eerst in op de belangrijkste bevindingen uit het Rapport van de Raad voor Cultuur en vertalen we deze daarna naar de filantropische.

Inhoudelijke bevindingen van het rapport

Het rapport van de Raad voor Cultuur (Raad voor Cultuur, 2025) bevat een aantal heldere conclusies en aanbevelingen. Hieronder een aantal kernpunten — met expliciete koppeling naar toezicht, governance en cultuur.

Professionalisering en toezichtcapaciteit
Het rapport signaleert dat veel raden van toezicht in de culturele sector hun werk zorgvuldig doen, maar dat de complexiteit van de maatschappelijke omgeving sterk is toegenomen: thema’s zoals sociale veiligheid, fair pay, inhuur van zzp’ers, diversiteit en inclusie komen nadrukkelijker aan de orde. Het rapport stelt dat vooral kleinere organisaties veel moeite hebben om voldoende gekwalificeerde toezichthouders te vinden. Scholing, vergoeding en werving moeten beter.

Gedrag, cultuur en informele governance
Een andere belangrijke conclusie van de Raad is dat toezicht niet louter over structuur gaat (statuten, rollen, commissies), maar zeer sterk over cultuur en gedrag: openheid, veiligheid om vragen te stellen, kritische reflectie en het bespreekbaar maken van dilemma’s.

Externe én interne toezichtslagen
Het rapport benadrukt ook dat de rol van subsidie­verstrekkers, externe toezichthouders en sectorale kennis­infrastructuren relevant is: wanneer grijpt een subsidieverstrekker in, hoe wordt er informatie uitgewisseld, en is er sprake van een centraal informatiepunt voor toezichthouders en directies?

Governancecodes, ‘pas-toe-of-leg-uit’ en gedragscodes
Tot slot worden in het rapport ingegaan op de sectorale gedragscodes zoals de Governance Code Cultuur. Daarbij geeft de Raad aan dat deze toe zijn aan een herziening — meer best-practice bepalingen, een onafhankelijke codecommissie en scherpere aandacht voor klokkenluiders, vertrouwenspersonen en meldprocedures.

 

Vertaling naar de filantropische sector

Wat kunnen toezichthouders van filantropische organisaties hieruit meenemen?

  1. Complexe maatschappelijke context = hogere eisen aan toezicht
    Net als in de culturele sector staat ook de filantropische sector onder toenemende maatschappelijke druk: donors, belanghebbenden en de samenleving vragen om transparantie, effectief bestuur, impact-verantwoording en maatschappelijke legitimatie. De ITGD-visie 2025-2030 benadrukt dit expliciet: toezicht als publieke verantwoordelijkheid met aandacht voor integriteit, maatschappelijke impact, digitalisering en diversiteit. Toezichthouders moeten dus niet alleen letten op financiële verantwoording, maar ook op missie-effect, governance-cultuur en maatschappelijke gevoeligheid.

  2. Professionaliseringsslag is urgent
    Zoals het rapport aangeeft voor de culturele sector, geldt ook voor filantropische instellingen dat de kwaliteit van het toezicht aandacht behoeft: vaak vrijwillige toezichthouders met beperkte tijd, weinig vergoedingen, en soms onvoldoende reflectie op eigen rol en functioneren. Onderzoek laat zien dat in de non-profit sector board engagement en (zelf)evaluatie van boards een aandachtspunt is: bijvoorbeeld mogen toezichthouders zich opleiden, samenwerken en reflecteren (Kugel & Mercado, 2024). Voor de filantropie betekent dit: investeer in scholing, netwerkvorming, intervisie en zelfevaluatie van raden van toezicht.

  3. Cultuur, gedrag en informele governance zijn kernpunten
    Het rapport benadrukt dat de ‘zachte’ kant van toezicht — communicatie, veiligheid, kritische vragen, interne spanningen — minstens zo belangrijk is als de formele structuur. Voor filantropische organisaties geldt dit in het licht van macht, belangen, verhoudingen tussen bestuur en toezicht, en de maatschappelijke rol. Onderzoek naar non-profit governance toont dat gebrek aan training, onduidelijke rollen en zwakke monitoring risico’s zijn (Braun & Szabo, 2025). Toezichthouders doen er goed aan de eigen toezichtcultuur expliciet aan de orde te stellen: hoe gaan we om met machtsverhoudingen, wanneer spreken we elkaar aan, hoe houden we elkaar scherp?

  4. Extern kader en sectorale infrastructuur versterken
    Het rapport vraagt om heldere richtlijnen voor externe toezichthouders, informatiepunten en sectorale ondersteuning. De uitdaging is om de interne toezichthouder niet los te zien van het bredere toezichtlandschap — van donoren, toezichthouders, wetgever, samenleving.

  5. Revisie van governance-modellen en codes
    Hoewel in de filantropie reeds veel codes en richtlijnen bestaan (denk aan Erkenningsregeling goede doelen, gedragscodes), geldt ook hier dat een update nodig kan zijn: meer concrete best practices, toetsbare criteria en expliciet aandacht voor cultuur, diversiteit, digitalisering en maatschappelijke impact. De recente literatuur benadrukt de verschuiving van puur financiële verantwoording naar holistische governance (stakeholder-gericht, inclusief). (Tsang, 2022)

 

Praktische aandachtspunten voor toezichthouders in de filantropie

Op basis van deze inzichten volgen hier concrete aandachtspunten die toezichthouders in de filantropische sector kunnen oppakken:

  • Ontwikkel een toezichtvisie: Neem als raad van toezicht gezamenlijk de tijd om een expliciete visie op toezicht te formuleren: wat verstaan wij onder goed toezicht in onze organisatie? Welke waarden, welke rolverdeling, welke kritische vragen stellen wij? Dit helpt om cultuurgevoelige thema’s bespreekbaar te maken.

  • Professionaliseer het toezichtsproces:

    • Investeer in scholing en intervisie voor toezichthouders.

    • Zet een periodieke zelfevaluatie op (beschouw de raad als een lerende entiteit).

    • Zorg voor een mix van deskundigheid, diversiteit (achtergronden, netwerken) én onafhankelijkheid in de raad.

  • Let op cultuur en gedrag:

    • Agendeer expliciet thema’s als integriteit, machtsverhoudingen, cultuur van aanspreken en leren.

    • Faciliteer een psychologisch veilige omgeving waarin toezichthouders zich vrij voelen om kritische vragen te stellen.

    • Stel een vroegsignaleringsmechanisme in voor vertrouwenskwesties, klokkenluiders of andere governance-risico’s.

  • Verbind toezicht met maatschappelijke impact:

    • Ga verder dan financiële verantwoording: stel toezichtvragen over missie, effect, samenwerkingen, duurzaamheid en innovatie.

    • Wees alert op digitale risico’s en nieuwe ontwikkelingen (zoals AI, data, cybersecurity).

  • Versterk de interfacing met externe stakeholders:

    • Houd verband met donoren, subsidieverstrekkers, maatschappelijke partners en zelfregulerende instellingen.

    • Wees op de hoogte van sectorale ontwikkelingen en externe normeringen: veranderende wetgeving, codeupdates, gedragscodes.

 

Conclusie

Het rapport “Toezicht in de culturele sector: een kunst apart” biedt waardevolle inzichten die direct relevant zijn voor de filantropische sector. Het stelt dat toezicht in maatschappelijke organisaties méér is dan naleving van regels — het gaat om professionaliteit, cultuur, maatschappelijke relevantie en integriteit. Voor de filantropische toezichthouder betekent dit: bereid zijn om de formele structuren te versterken, én de informele dimensies serieus te nemen.

Door de combinatie van interne professionalisering (via kennisdeling, scholing, zelfevaluatie) én externe verankering kan de filantropische sector het vertrouwen van samenleving, donateurs en belanghebbenden verder versterken.
De uitdaging is duidelijk — maar ook de kans: goed toezicht maakt het verschil tussen bestuurlijk volstaan en bestuurlijk excelleren.

 

Bronnen

  • Braun, C. & Szabo, A. (2025) Toezicht in de goededoelensector. (www.itgd.nl)

  • Kugel, J. & Mercado, J.M. (2024) “Good Governance in Not-for-Profit Organizations: A Review of the Literature on Boards of Directors”. Journal of Governmental & Nonprofit Accounting, 13(1). (ResearchGate)

  • Raad voor Cultuur (2025) Advies Toezicht in de culturele sector: een kunst apart (Raad voor Cultuur)

  • Tsang, E. (2022, Aug) “Good governance: Insights from nonprofit literature”. Invest in Open Infrastructure blog. (Invest in Open Infrastructure)

Gemaakt door Nynke Runia, 2025

Volgende
Volgende

Navigeren door complexe uitdagingen